
Wet aanleg locaalspoor- en tramwegen
Artikel 11
Artikel 8 is niet van toepassing:
a
voor zooveel Gedeputeerde Staten tijdens de behandeling van een verzoek om vergunning toestaan, dat voorloopig met aanleg van een spoorweg wordt aangevangen of een spoorweg in stand wordt gehouden. Op hetgeen wordt toegestaan is artikel 7 van toepassing;
b
ten aanzien van spoorwegen, welke bij het in werking treden dezer wet in aanleg zijn of in stand worden gehouden met goedvinden van hen, die tot dat tijdstip bevoegd waren daaromtrent te beschikken. De te dier zake bestaande regelingen blijven van kracht, totdat zij worden vervangen door vergunningen, als bedoeld in artikel 2.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, den 15den December 1917
wilhelmina
De Minister van Waterstaat,
c
Lely.
Uitgegeven den achtsten Januari 1918.
De Minister van Justitie,
b
Ort.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.